To plot or not to plot… de charmes van plotten, organisch schrijven en alles ertussenin
Sommige schrijvers zijn verwoed plotters. Ze weten exact welke scenes er in welk hoofdstuk moeten komen, weten tot in detail wat er gaat gebeuren. Op internet zijn honderden blogs te vinden over waarom je moet plotten, waarom het zo belangrijk is om te weten wat waar komt in je verhaal.
Plotten
Het heeft zijn charme: je weet exact waar je heen moet, wat er gebeurt en in welk hoofdstuk. Je krijgt zo een prachtig overzicht over wie/wat/waar/waarom/wanneer. Laten die vijf W’s nu een basisbehoefte zijn die je in je verhaal wil laten zien. Plotten is handig, vooral als je een serie wilt schrijven. Misschien is het iets voor jou, misschien is het nét dat zetje dat je nodig hebt om je verhaal daadwerkelijk af te schrijven. Want daar zit de crux: het daadwerkelijk afschrijven, afmaken waar je aan begonnen bent is het moeilijkste van alles. Plotten kan je daarbij helpen. Valt het je op dat ik niet erg enthousiast ben? Klopt. Plotten is namelijk niet echt mijn ding. Ik loop overal vast tijdens het plotten en tijdens het schrijven. Plotten kost tijd en om eerlijk te zijn, wil ik gewoon schrijven!
Organisch schrijven
Organisch schrijven is het tegenovergestelde van plotten: je hebt ergens een vaag idee, met wat personages of een vaag idee van personages. In plaats van het uit te werken in een plotschema, ga je gewoon schrijven. Je schrijft, je leert je personages kennen, laat het verhaal niet alleen hun, maar ook jou verrassen. De vrijheid die je daarbij hebt is natuurlijk onbeperkt. Als plotten voelt als een keurslijf, een gevangenis waar je amper adem in kan halen, is dit misschien iets voor jou. Er schuilt echter het gevaar in dat je blíjft schrijven… en schrijven… en schrijven… dat er geen eind aan komt.
Toen ik begon met schrijven (die eerste twee rampzalige pogingen), had ik een vaag idee en een landkaart. Dat was het. Binnen drie maanden had ik negentigduizend woorden op papier staan. Negentigduizend! Wauw! Ja, alleen was het einde nog láng niet in zicht. Sterker nog, ik had helemaal geen einde. Het werd een neverending story op die manier, dat zag ik al gauw in. De tweede poging ging beter, maar nog steeds dwarrelde mijn verhaal alle kanten op. Je begrijpt dat organisch schrijven dus óók niet mijn ding is.
Ik hoor je denken, maar als zowel plotten als organisch schrijven niet voor jou is, hoe doe je dat dan? Is er nog meer? Nou en of!
De Skeleton Outline
Iedere schrijver schrijft op zijn manier. Er zijn duizenden manieren om je verhaal te ordenen, om het te plannen. Zoek gewoon wat past bij jou. Ik kwam uit bij een skeleton outline.
In de chaos van al mijn aantekeningen, vol gekalkte notitieboekjes, plattegronden, landkaarten, tekeningen en honderden notitieblaadjes bestaat het hart van mijn verhaal uit een skeleton outline. Het idee is simpel: Ik begin met het eind van het verhaal, schrijf in één of twee zinnen kort op wat daar gebeurt. Daarna bepaald ik andere plotpunten; eerst de belangrijkste, daarna de minder belangrijke. Ik krijg dus een lijst van punten die in het verhaal voor zullen komen, zonder in detail te gaan. En aan de hand van die lijst weet ik dat ik van A naar B naar C moet. Alles wat tussen die punten gebeurt, schrijf ik organisch. De skeleton outline is dus een hybride vorm tussen plotten en organisch schrijven. Op deze manier voel ik me niet beperkt, maar heb ik wel duidelijke doelen. Dat wil overigens niet zeggen dat ik geen plotpunten wijzig, toevoeg of verwijder. Mijn schrijfproces wil ook nog wel eens alles door elkaar gooien. Dan ga ik van A naar E naar X naar C…
Je manier van je verhaal tot stand brengen ligt niet vast in regels. Het is uitproberen wat jij het fijnst vindt en wat voor jou werkt. Ik zou zeggen, probeer ze allemaal eens uit.